Bennie kreeg in zijn jonge jaren de bijnaam Fanny, omdat snelheid één van de buitengewone kwaliteiten van hem was. Daarom werd hij vernoemd naar Fanny Blankers-Koen, die op de spelen van 1948 vier gouden medailles haalde.
Omstreeks 1955 kwam hij na zijn juniorentijd direct in het eerste elftal. Als rechtsback was hij aanvallend ingesteld vanwege zijn snelheid.
Zijn grote klasse drong ook door tot in Doetinchem. In 1958 maakte Bennie, samen met drie andere SDOUC-spelers Paul Vet, Wim van de Schuur en Willem Weijkamp, de overstap naar de Graafschap.
Drie mooie seizoenen maakte hij daar mee. Zelf zei hij er in een interview dit van: “ Een tijd vol levenservaring. Je leerde andere mensen kennen. Je leerde je vrijer te bewegen. Ik speelde tegen Abe Lenstra, Frans de Munck en Hans Kraay sr. En ik zag dat het ook maar gewone mensen zijn.”
Daarna kreeg hij last van een voetbalknietje en werd gedwongen afscheid te nemen.
Bennie keerde terug op het oude nest bij SDOUC. Intussen was zijn belangstelling gewekt voor het trainersvak. In1965 haalde hij het trainersdiploma en was actief bij de volgende clubs: Terborg, Stokkum, Lobith, Juventus in Dieren, Varsseveld, Dinxperlo en Pax.
Daarna kwam hij weer bij SDOUC in beeld: als trainer en als leider van het tweede en derde en later als speler bij de lagere elftallen, meestal bij het zevende en achtste. Op 6 september 1999 is Bennie tot erelid van SDOUC benoemd.
Tot op zeer hoge leeftijd was hij trainer van de Freewheelclub.
Wij bedanken Bennie voor al zijn sportieve bijdragen voor SDOUC. Met zijn bijnaam Fanny staat hij in het geheugen van heel veel leden.